Omzetbelasting

Iedereen betaalt belasting, zo ook ondernemers. Als startende ondernemer kan dit nogal overweldigend zijn aangezien je dit zelf moet regelen. Maar gelukkig lijkt het moeilijker dan dat het daadwerkelijk is. 

In het vorige subhoofdstuk gaven we al de tip van www.e-boekhouden.nl. Via dergelijke boekhouding tools wordt het je nog makkelijker gemaakt. Als je netjes jouw facturen en bonnetjes bijhoudt in het systeem, dan wordt aangifte doen voor jou een stuk makkelijker.

Het systeem berekent namelijk automatisch wat je moet afdragen aan de fiscus, wat de balans van jouw bedrijf is en hoe de winst- en verliesrekening eruit ziet. 

Geld opzij zetten

Facturen die je verstuurt als ondernemer zijn altijd inclusief btw.

Er staan echter altijd verschillende bedragen op de factuur:

• Subtotaal; dit zijn de kosten die je in rekening brengt
• Omzetbelasting (BTW); dit is 21% van het subtotaal
• Totaal; dit is de som van het subtotaal en de omzetbelasting

Het totaalbedrag is wat jij ontvangt op jouw rekening. Maar daarvan moet je dus wel de omzetbelasting nog afdragen. Het subtotaal is dus wat jij uiteindelijk overhoudt. 

Tip: maak op jouw rekening een specifieke BTW-pot waar je de ontvangen omzetbelasting kan sparen. Zo houd je jouw besteedbare inkomen en de te betalen omzetbelasting gescheiden.

Een rekenvoorbeeld:

Je moet omzetbelasting berekenen over het subtotaal van de factuur. Dat is het bedrag dat je aan klanten in rekening brengt. Als je bijvoorbeeld een dienst levert voor een opdrachtgever ter waarde van € 1.000, dan bereken je 21% btw over die € 1.000. Het totaalbedrag van de factuur wordt dan: € 1.000 + € 210 (21% van € 1.000) = € 1.210.

De omzetbelasting die je moet afdragen komt dus neer op € 210.

Je hebt echter ook een bureaustoel gekocht voor jouw (thuis)kantoor voor € 121 inclusief btw. De omzetbelasting op deze aankoop mag je aftrekken van jouw aan te geven omzetbelasting. De belasting is € 21 (21% van €100). Dit heet voorbelasting.

Deze € 21 mag je aftrekken van de totale omzetbelasting die je moet afdragen. In ons rekenvoorbeeld is dat € 210. 

De uiteindelijke omzetbelasting die je moet afdragen is € 210 – € 21 = € 189. 

Verstuur je in een bepaalde periode geen facturen of maak je geen omzet maar wel kosten? Dan krijg je de voorbelasting terug van de Belastingdienst. Vooral in de eerste periode van het ondernemen kan het voorkomen dat je wel kosten maakt, maar nog niet omzet. Dan is het altijd fijn dat je nog geld terugkrijgt van de Belastingdienst.